Op een avond presenteert de programmamanager een nieuwe invulling van ruimtelijke kwaliteit aan natuur- en milieuorganisaties. De reacties komen erop neer dat de aanwezigen het nieuwe idee erg mooi vinden, maar dan als aanvulling op de nu al geldende regels. In hun ogen zouden het goede extra regels zijn om de voortgaande bebouwing en aanleg van bedrijventerreinen te stoppen of bij te sturen. Om het nieuwe idee politiek aanvaard te krijgen is het echter noodzakelijk om ze in de plaats te laten komen van bestaande regels. Er is geen politiek draagvlak voor extra regels. Aan de andere kant zal de steun van natuur- en milieuorganisaties de besluitvorming enorm vergemakkelijken. Immers, een voorstel waarvan beweerd wordt dat het beter is voor natuur en milieu dat niet gesteund wordt door de natuur- en milieuorganisaties krijgt het moeilijk.
De aanwezigen bestaan uit professionals en vrijwilligers die zich inzetten voor het behoud van waardevolle natuur en landschappen dan wel strijden tegen milieuverontreiniging. Ze vertellen over tal van situaties waarin in hun ogen de huidige regels tekortschieten. Dat nieuw idee over ruimtelijke kwaliteit is interessant, maar dan wel bovenop de huidige (liefst ook nog wat aangescherpte) regels. De programmamanager zou in die reacties zomaar aanleiding kunnen vinden voor opvattingen over deze mensen als “rupsjes nooit genoeg”, “geiten wollen sokken zonder politiek besef” etcetera. Hij zet dit soort opvattingen van zich af en blijft luisteren naar wat maakt dat die mensen die zich zo voor natuur en milieu inzetten weerstand hebben tegen een idee dat juist goed is voor natuur en milieu. De discussie gaat voort en op een gegeven moment ontstaat er helderheid bij de programmamanager. Hij begrijpt dat ze het nieuwe idee niet vertrouwen omdat de tot dan toe vigerende regels in de praktijk niet de bescherming geven aan natuur en landschap die ze op papier wel zouden moeten geven. Hij beseft zich dat er inderdaad tal van voorbeelden waren waarin het provinciebestuur eerst scherpe regels stelt en vervolgens als een gemeente tegen die regels in toch wil bouwen dan vervolgens een ontheffing wordt verleend. Die professionals en vrijwilligers zijn die avond gekomen juist daarom: het effect van de tot dan toe vigerende regels zint hen nog helemaal niet!
De programmamanager ziet nu hoe hij deze mensen kan bereiken en neemt het woord in de discussie: “Dat nieuwe idee in aanvulling op de oude regels is echt politiek onhaalbaar. U geeft terecht aan dat de oude regels al zeker 20 jaar toch regelmatig toestaat wat we eigenlijk niet willen. Ik begrijp jullie ontevredenheid daarover. Wij denken juist dat ons voorstel waarin ruimtelijke kwaliteit centraal komt te staan meer op gaat leveren, juist omdat we niet proberen dingen tegen te houden die steeds blijken toch niet tegen gehouden te kunnen worden, maar omdat we zorgen dat nieuwe ontwikkelingen met toegevoegde waarde voor natuur en landschap worden uitgevoerd. We sturen een rijdende auto als het ware bij in plaats van hem acuut tot stilstand te willen brengen. Daarom zien we dit nieuwe idee echt als vervanging van die oude regels die in de praktijk niet zo uitwerken als beoogd.” Uiteindelijk besluit de meerderheid van de aanwezigen het nieuwe idee een kans te willen geven.
Dit voorbeeld laat mooi zien hoe de kwaliteit van in relatie zijn inzicht oplevert in waar het mensen echt om gaat. Op basis daarvan wordt het mogelijk het eigen inzicht, plan of voorstel te verbinden aan de belevingswereld van anderen. Door creërend spreken wordt een innovatief idee vervolgens concreet voorstelbaar en acceptabel.
Als je aanvullende kennis of voorbeelden op deze site wilt plaatsen of als je vragen hebt over de gepresenteerde informatie, neem dan contact met ons op. Alvast veel dank!