Check je kennis van hoofdstuk 5 van Effectief project- en programmamanagement met onderstaande toetsvragen. De antwoorden vind je hier.
Vraag1: Wat is meestal de aanleiding voor afronding van een project?
- Het beoogde resultaat is bereikt.
- De vooraf bepaalde tijdspannen is verlopen.
- Het draagvlak is verdwenen.
Vraag 2: Wat is de ‘afrondingsvraag’?
- Wanneer ronden we dit project of programma af?
- Moeten we doorgaan met dit project of programma?
- Wat moet er allemaal gebeuren voor de afronding van dit project of programma?
Vraag 3: Wat is de aanleiding om een programma te beëindigen?
- De boogde doelen zijn bereikt.
- Het bestuur of de directie stelt nieuwe prioriteiten.
- De aanleiding kan zeer uiteenlopend zijn.
Vraag 4: Waarom moet de ‘afrondingsvraag’ snel worden beantwoord?
- Onzekerheid over de voortzetting heeft impact op de inzet van alle betrokkenen.
- Anders kan het project of programma niet op tijd beëindigd worden.
- Dat hoeft niet, het is beter om het zorgvuldig te bespreken.
Vraag 5: Als een project of programma wordt afgerond, wat gebeurt er dan met de project- of programma-organisatie?
- Die stopt, alle lopende werkzaamheden worden overgedragen.
- Die blijft bestaan en pakt een ander project of programma op.
- Die kan stoppen of blijven bestaan.
Vraag 6: Welke situatie ontstaat er als de bespreking over de ‘afrondingsvraag’ oplevert dat de programma-organisatie wel blijft bestaan, maar het doel wordt enigszins bijgesteld?
- Continuering van het programma.
- Overdragen van verworven kennis.
- Doorstart van het programma.
Vraag 7: Wat is het verschil tussen overdracht en borging?
- Bij overdracht zorg je ervoor dat bereikte resultaten goed worden beheerd en onderhouden en bij borging gaat het om vaststellen van wat is bereikt.
- Bij overdracht gaat het om het continueren van doorlopende inspanningen en bij borging om het beheer en onderhoud van bereikte resultaten.
- Bij overdracht gaat het om het continueren van doorlopende inspanningen en bij borging om het vaststellen van wat is bereikt.
Vraag 8: Is het bij afronding belangrijk om aandacht te besteden aan samenwerkingspartners?
- Ja, omdat je misschien nog een vraagje hebt bij afrondende activiteiten.
- Nee, omdat de inspanningen nu toch worden afgebouwd.
- Ja, omdat een goede afronding een stevig fundament legt voor de volgende samenwerking.
Vraag 9: Wat is een 'décharge'?
- Het moment waarop de project- of programmammanager van zijn of haar taak ontheven wordt.
- De checklist van dingen die bij de afronding in orde moeten zijn.
- Het proces van afscheid nemen.
Vraag 10: Wat heeft een project- of programmamanager te doen na de décharge?
- Als het goed is, niks.
- Als er iets mis is gegaan met de décharge, dan is hij of zij nog druk met administratieve zaken met betrekking tot het project of programma.
- Het volgende project of programma.
Antwoorden
Check je antwoorden hier.