Overheden en natuur- en landbouworganisaties besluiten samen te werken aan de ontwikkeling van het landelijk gebied. De afgelopen decennia zijn er veel conflicten geweest. Landbouworganisaties waren regelmatig boos omdat zij vonden dat nieuwe natuurgebieden afbreuk doen aan de ruimte voor agrarische ondernemers. Natuurorganisaties waren boos omdat de chemicaliën die agrariërs gebruiken de biodiversiteit in sloten grote schade toebracht. En de overheden slaagden er maar nauwelijks in iets van hun doelen op het gebied van versterking biodiversiteit, maar ook economische ontwikkeling in het landelijk gebied te realiseren.
De partners willen het nu anders doen. In plaats van met de ruggen naar elkaar, hebben ze een visie opgesteld waarin economie en ecologie elkaar gaan versterken. In een programmaplan zijn er verschillende inspanningen bedacht om dat te bereiken en verschillende organisaties zijn verantwoordelijk om die inspanningen uit te voeren. De visie staat mooi op papier, maar hij is (nog) niet concreet. Het gebrek aan concreetheid maakt dat beide partners niet hartgrondig enthousiast zijn. Desondanks wordt het programmaplan vastgesteld en de inspanningen gaan van start. De programmamanager zorgt ervoor dat tussenrapportages geen ronkende taal bevatten, maar zakelijk rapporteren over de bereikte resultaten. Zodra de inspanningen concrete resultaten opleveren waarin economie en ecologie elkaar versterken, dan krijgt de visie vanzelf concrete invulling en neemt het enthousiasme toe.
Als je aanvullende kennis of voorbeelden op deze site wilt plaatsen of als je vragen hebt over de gepresenteerde informatie, neem dan contact met ons op. Alvast veel dank!