Zowel binnen een organisatie als tussen organisaties kan samenwerking meer of minder intensief zijn. Na het allerlaagste niveau van ‘geen contact’ loopt de intensiteit in de mate van onderlinge participatie als volgt op: mee-weten, meedenken, meedoen en meebeslissen ("participatie-ladder").
Mee-weten
Vormen van mee-weten:
- Passief informeren: de ene organisaties maakt informatie wel openbaar, maar anderen moeten die informatie opzoeken;
- Actief informeren: informatie wordt naar een ander toegebracht;
- Uitnodigend informeren: bij de gegeven informatie wordt een toegang gegeven voor vragen en eventueel zelfs suggesties en wensen.
Meedenken
Vormen van meedenken:
- Inspraak: er zijn waarborgen dat de inbreng van anderen betrokken wordt bij de definitieve conclusie of een besluit
- Raadplegen en klankbord: bovenop formele inspraak worden anderen vroegtijdig geraadpleegd, bijvoorbeeld middels een klankbordbijeenkomst of –groep;
- Overnemen van een initiatief: de ene organisatie pakt een initiatief van een andere op.
Meedoen
Vormen van meedoen:
- Bijdragen aan de uitvoering: een persoon, groep of organisatie voert uit eigen beweging activiteiten uit die aansluiten op de doelen van een andere organisatie;
- Wederzijdse afspraken: twee of meer partijen maken met elkaar de afspraak over het uitvoeren van activiteiten die met elkaar samenhangen, zodat deze elkaar versterken;
Meebeslissen
Vormen van meebeslissen:
- Coalitie-vorming/co-creatie: Twee of meer partijen besluiten gezamenlijk tot een visie, doelen, inspanningen en werkverdeling;
- Overlaten: ondanks belang en bevoegdheid laat een organisatie ruimte aan anderen om grotendeels naar eigen inzicht invulling te geven aan visie, doelen, inspanningen en werkverdeling.
Ontwikkelen van een sturingsfilosofie
Bovenstaande lijst kan behulpzaam zijn bij het ontwikkelen van een sturingsfilosofie en het uitdenken van de in een specifieke situatie meest effectieve en efficiënte samenwerking met partners of collega’s. Je keuzes moeten altijd passen bij jouw specifieke situatie. Zo heeft het bijvoorbeeld geen zin om net te doen of anderen mogen meebeslissen als het besluit waar discussie over is al genomen is. In zo’n geval zijn er wellicht binnen het genomen besluit nog deelonderwerpen waarover meebesloten kan worden.
De keuze voor een vorm van participatie en co-creatie wordt mede ingegeven door de invloed van een partner en het belang voor de opgave. Zie toelichting bij het Hulpmiddel: belang, invloed en betrokkenheid.
Aanvullingen of vragen?
Als je aanvullende kennis of voorbeelden op deze site wilt plaatsen of als je vragen hebt over de gepresenteerde informatie, neem dan contact met ons op. Alvast veel dank!